Iedereen heeft zich wel eens angstig of bang gevoeld. Angst is een emotie die ontstaat als er gevaar dreigt. In veel gevallen is van angst van korte duur. Toch komt het ook voor dat de angstklachten lang aanhouden. Soms zijn ze zelfs levenslang aanwezig. Het onderscheid tussen gewone angst en een angststoornis is moeilijk te maken.
Er zijn klachten die ook een deel van angst kunnen zijn. Duizeligheid, wazig zien, een verdoofd gevoel of tintelen van armen en vingers, stijve, bijna verlamde spieren, hartkloppingen en kortademigheid zijn daar voorbeelden van. Heeft iemand deze gevoelens zonder te weten waar het vandaan komt? Dan kan er angst ontstaan die zo hoog kan oplopen dat het paniek wordt. Er is sprake van angst om dood te gaan of krankzinnig te worden.
Angststoornissen komen vaker voor dan gedacht
Niet iedereen met angst is even bang. Waarom de één wel een angststoornis ontwikkelt en de ander niet is onduidelijk. Meerdere factoren spelen hierbij een rol. Bijna één op de vijf Nederlandse volwassenen heeft in zijn leven wel eens last gehad van een angststoornis. Bij vrouwen zien we een angststoornis vaker voorkomen dan bij mannen.
Ook onder kinderen en jongeren komen angststoornissen relatief vaak voor. Het wordt nog wel eens onderschat in welke mate angststoornissen invloed hebben op het dagelijks leven. Angststoornissen hebben bij veel kinderen gevolgen voor het functioneren van het gezin, het functioneren van het kind op school en de sociale ontwikkeling van het kind.
Behandeling van angst- en paniekklachten met cognitieve gedragstherapie
Cognitieve gedragstherapie is een van de meest toegepaste behandelvormen in Nederland. Deze vorm van therapie kan goed bij angstklachten worden toegepast. Het is een goed alternatief voor een behandeling waarbij medicijnen worden voorgeschreven. Cognitieve gedragstherapie pakt angstklachten aan bij de bron en bestrijdt niet alleen de symptomen.
Binnen de cognitieve gedragstherapie gaat men er vanuit dat het niet de situatie zelf is die tot bepaalde gevoelens en gedragingen leidt, maar dat dit wordt veroorzaakt door de interpretatie van die situaties. Met andere woorden: iemand zijn gedachten (cognities) over een bepaalde gebeurtenis leiden tot het probleem. Er zijn diverse denkpatronen die kunnen leiden tot angstige of sombere gevoelens. Vaak gebeurt dit onbewust. Het angstige gevoel lijkt ‘zomaar’ op te komen zetten.
Tijdens de cognitieve gedragstherapie worden de denkpatronen die verband houden met de angsten in kaart gebracht. Er wordt geleerd om deze gedachten opnieuw te beoordelen en er wordt op zoek gegaan naar nieuwe verklaringen voor angstige situaties. Door stapje voor stapje de confrontatie op te zoeken met hetgeen dat angst oproept, zullen de angsten langzaam verminderen.